RecensiesThrillers

Recensie: Joyland, Stephen King

Geen enkel nieuw boek van de Amerikaanse auteur Stephen King verschijnt onopgemerkt. Ook met Joyland is dat zo, en misschien nog wel het meest vanwege de controverse die hij veroorzaakte door zijn boek niet als ebook op de markt te brengen. Joyland wordt verkocht als thriller, maar de lezer die Stephen King een beetje kent zal dit eerder een novelle noemen, want tot de laatste paar bladzijden is er van echte spanning, horror of actie weinig sprake, afgezien van een onderhuidse spanning die door het hele boek heen sluimert.

In een rustig verteltempo neemt King het verhaal van Devin Jones onder de loep. Devin is begin twintig, smoorverliefd en heeft als iedere student geld nodig. Hij neemt een zomerbaantje maar dat betekent wel dat hij de hele zomer niet bij zijn vriendin kan zijn. Die vindt dat niet erg, heeft zelfs ergens anders een baantje, en misschien was dat wel de eerste aanwijzing dat er iets niet goed zat. Al snel volgt een brief waarin Devins vriendin aangeeft dat er een ander is. Devins zomerbaantje bestaat uit het werken in een ouderwets Amerikaans pretpark, Joyland genaamd. Hij stort zich op zijn werk en probeert zo zijn liefdesverdriet te verwerken. Dat bevalt zo goed, dat hij besluit een jaar van zijn studie op te geven om er nog een tijd te kunnen werken. “Het was het jaar waarin ik de eenzaamheid verwelkomde,” aldus de hoofdpersoon, die vanuit de ik-figuur terugblikt.

Devin maakt vrienden met enkele inwoners van het kleine stadje en de medewerkers van het pretpark, en raakt bovendien geïntrigeerd door een oud moordverhaal dat zich in het pretpark afgespeeld heeft. Volgens sommigen waart de geest van de arme Linda Gray – vermoord door een onbekende man – nog steeds in het spookhuis rond. En dan zijn er ook nog geruchten dat er meer jonge meiden op precies dezelfde manier vermoord zijn. Devin voelt aan dat er misschien wel iets kan kloppen van die verhalen, en vraagt zich af wat zijn ex-vriendin ervan zou vinden – zoals hij dat zich nog steeds bij veel dingen afvraagt. “Ik vroeg me dus ook af of het Wendy zou boeien als ik de geest van een vermoord meisje zag. Zou ze zo geboeid zijn dat ze de geest met eigen ogen wilde zien?” Maar wat hij ook probeert, de geest lijkt zich aan hem niet te willen laten zien. Wel komt Devin op het spoor van de moordenaar.

Joyland is misschien geen typisch Stephen King-verhaal, maar King zet er wel zijn beste beentje voor als het gaat om het vertellen van een verhaal. Rustig bouwt hij de spanning op, terwijl hij ondertussen een mooi portret schetst van de vergane glorie van die typische jaren ’70 pretparken uit de VS. Een beetje sjofel, maar tegelijk zoveel meer gezellig en sfeervol dan die grote pretparken van ketens als Six Flags of Disney. De novelle ademt een nostalgische sfeer, versterkt door het sluimerende liefdesverdriet en de coming-of-age van Devin, die het verhaal vertelt als oude(re) man, en zo alles in het juiste perspectief kan plaatsen. “Die herfst was de mooiste uit mijn leven. Veertig jaar later vind ik dat nog steeds, maar ik ben ook nog nooit zo ongelukkig geweest als toen.” Een prima zomerboek, met mijmeringen over het voorbijgaan van de tijd, de eerste liefde en het eerste gebroken hart, en een vleugje spanning.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *